In 793 n.C. barst de Vikingperiode los met de plundering van het klooster van Lindisfarne. Als een wervelstorm raasden ze gedurende 300 jaar, van de negende tot de elfde eeuw, door onze geschiedenis. Nog steeds staan de Vikingen vooral bekend als de mannen en vrouwen uit het noorden die kloosters en kerken plunderden, steden in brand staken en de macht van koningen uitdaagden. Minder bekend zijn de Vikingen als avonturiers die nieuwe werelden verkenden en in bezit namen.
In vier lessen wordt aan de hand van uitgebreid beeldmateriaal het verhaal verteld van de ontdekking en kolonisatie van de Faeröer eilanden, Ijsland, Groenland en Vinland door de Vikingen. We bestuderen hoe ze niet alleen wisten te overleven in barre omstandigheden, maar er ook een rijke en welvarende samenleving uitbouwden. Met behulp van de eeuwenoude saga’s als bronnenmateriaal en de meest recente archeologische ontdekkingen reconstrueren we het dagelijks leven, politieke denken en de verfijnde cultuur van deze inventieve mensen.
