Onze fietstocht vertrekt vanuit het station van Charleroi-Sud, het hoofdstation van deze chaotische, vaak hallucinante en soms ook surrealistische metropool. Aan de oorsprong lag een militaire citadel gebouwd door de Spanjaarden tegen de Franse veroveringsdrang. Maar de gigantische ontwikkeling van de zware industrie, gebaseerd op de steenkoolwinning, heeft het hele landschap getekend. Staal- en glasbedrijven spanden de kroon. Op de plekken die door de industrie en de spoorinfrastructuur ongemoeid bleven, verrezen arbeiderscités. Maar ook dit 19de-eeuwse landschap, dat de werken van Constantin Meunier of Pierre Paulus oproept, is op zijn beurt aan het verdwijnen. De fiets laat ons toe de meest indrukwekkende restanten ervan aaneen te rijgen.
We verlaten de stad westwaarts langs het kanaal naar Brussel, met een kronkel door het grauwe Damprémy waar een gotische kapel de wacht houdt tussen terrils en kanaal. Zo bereiken we Monceau-sur-Sambre waar de fabrieken plots plaats maken voor een 16de-eeuws kasteel omringd door een groot park in Engelse stijl.
Tussen Samber en Kanaal bevindt zich de Triangle des Usines, ooit boordevol hoogovens en staalfabrieken. Geen betere manier om hierin door te dringen dan via het fietspad langs het water. Tot Landelies passeren we heel wat sporen van vergane industriële activiteit: verlaten steengroeven, mijnen, terrils, fabrieken en industriële infrastructuur. Enkele kleinere omwegen brengen ons dieper in deze bizarre wereld waar kastelen en oude dorpskernen mistroostige arbeiderscités als naaste buur hebben.
Stroomopwaarts volgen we het comfortabele jaagpad langs de Samber, de belangrijkste zijrivier van de Maas. Tot Thuin wordt de rivier 15 km lang enkel gevolgd door de spoorlijn, en uiteraard het fietspad. Temidden van die landelijke rust bezoeken we de indrukwekkende ruïnes van de cisterciënzerabdij van Aulne. Er zijn enkele cafés waar je een hapje kunt eten, er is ook volop picnic-gelegenheid.
Op een hoogte aan de overzijde van de Samber, in Lobbes, stichtte Landelinus in de 7de eeuw een abdij. Ursmarus was abt rond 700. De abdij verdween grotendeels tijdens de Franse Revolutie, maar de kerkhofkerk, gewijd aan Sint-Ursmarus, staat er nog steeds en is wellicht het enige karolingische bouwsel in het land. Bovenop oude terrassen prijkt het stadje Thuin. Daar lag hoogstwaarschijnlijk de vesting van de Aduatuci die door Caesar belegerd werd.
Langs een comfortabel fietspad bereiken we het plateau zodat we via een andere vallei, die van de Eau d’Heure, kunnen terugkeren naar Charleroi. Ook deze vallei vertoont dezelfde mix van uiterst landelijke hoekjes afgewisseld met industriële archeologie.
In de stad zelf herinneren belangrijke gebouwen uit het interbellum aan de rijkdom die de industrie de stad bracht. De bovenstad bewaart nog de plattegrond van de militaire vesting gesticht in 1666 en genoemd naar Karel II, de laatste Spaanse Habsburger.
