In het najaar loopt in Musée d’Orsay de tentoonstelling ‘Degas à l’opéra’. Tijdens zijn leven werd Edgar Degas “le peintre des danseuses” genoemd. Meer dan de helft van zijn werken zijn gewijd aan dans en de balletcultuur in de Opéra.
Wie zijn bekendste werken bekijkt, kan best begrijpen waarom men hem wel eens tot de impressionisten rekent. De vluchtigheid, de lichtvoetigheid en de elegantie waarmee hij zijn ballerina’s een plaats binnen een onbestemde ruimte gaf, hadden veel van wat de impressionisten zochten. De kunst van Degas is schijnbaar ongecompliceerd, spontaan, expressief en bovenal ‘muzikaal’.
Wie echter verder kijkt, merkt dat ‘de dans’ maar de helft van het verhaal is. Vaak beeldt Degas zijn danseresjes af in de coulissen, tijdens de repetities, tijdens oefeningen of zelfs op intieme momenten: in de kleedkamer. Daarom loont het de moeite een kijkje te nemen in de balletwereld van de 19de eeuw, zodat we de gebruiken en het cliënteel van de Opéra leren kennen.