Barokmuziek? Daar hoor je namen bij als Monteverdi, Bach, Händel, Vivaldi. Namen als klokken, die niet alleen bij liefhebbers van klassieke muziek een belletje doen rinkelen. We bevinden ons in de zeventiende en eerste helft van de achttiende eeuw. Het muzikale bedrijf wordt alsmaar rijker en diverser.
Elk hof van staat, kerk of stad heeft een huiscomponist, een eigen muziekkapel, een orkest. Soms is de muziek functioneel – voor een eredienst, voor een kroning – soms puur op entertainment gericht. Daarom heeft de barokmuziek ook vele gezichten. Soms rockt ze, soms vertedert ze. Bepaalde genres worden erg populair: cantate, opera, oratorium, sonate, suite. Bepaalde instrumenten geven de toon aan: de vioolfamilie, de klavecimbel.
Er ontstaan werken die tot het werelderfgoed behoren (zoals de Messiah of de Mattheuspassie), maar dat is maar het topje van een enorme ijsberg aan repertoire. Hoe vinden we onze weg binnen dat repertoire? Wat is de relatie van de barokmuziek met andere kunstvormen? Waar staat de vrouw in het muziekleven van die tijd? Hoe functioneert muziek in de Europese samenleving van toen?
Kortom: deze cursus presenteert een cultuurhistorische zoektocht naar de moderne fundamenten van de Westerse muziekcultuur.